Skip to main content

Schouder

Wij werken samen met u aan het behandelen of voorkomen van uw klachten. Doel is om u snel weer in beweging te krijgen. We richten ons op de werking van het lichaamsdeel waar uw klacht zit. Dat kan uw knie, heup of schouder zijn, maar ook uw elleboog, rug, voet of enkel. Orthopedische aandoeningen kunt u bij de geboorte al krijgen. Ze kunnen ook op latere leeftijd ontstaan. Dat komt bijvoorbeeld door overbelasting, veroudering of verwonding (o.a. gebroken botten).

Schouder

Wij werken samen met u aan het behandelen of voorkomen van uw klachten. Doel is om u snel weer in beweging te krijgen. We richten ons op de werking van het lichaamsdeel waar uw klacht zit. Dat kan uw knie, heup of schouder zijn, maar ook uw elleboog, rug, voet of enkel. Orthopedische aandoeningen kunt u bij de geboorte al krijgen. Ze kunnen ook op latere leeftijd ontstaan. Dat komt bijvoorbeeld door overbelasting, veroudering of verwonding (o.a. gebroken botten).

Aandoeningen

Schouder

Aandoeningen

Artrose

Klachten en symptomen
Patiënten met slijtage van het schoudergewricht klagen meestal over pijn, bewegingsbeperking of een combinatie van beiden. De schouder kan soms een krakende sensatie geven en er kan nachtelijke pijn zijn. In het dagelijks leven kan er veel hinder zijn bij het bewegen van de arm.

Oorzaken
Het schoudergewricht bestaat eigenlijk uit twee gewrichten.  In het ene gewricht bewegen het sleutelbeen en het bovenste gedeelte van het schouderblad ten opzichte van elkaar. Dit gewricht heet het acromioclaviculaire gewricht, of AC-gewricht. Het andere gewricht laat de bovenarm en de gewrichtskom van het schouderblad ten opzichte van elkaar bewegen. Dit gewricht heet het glenohumerale gewricht.

De kraakbeen laag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Een ontstekingsreactie van het gewricht kan het kraakbeen ook aantasten, bijvoorbeeld bij reumatoïde arthritis.

Artrose kan ook ontstaan na bijvoorbeeld een botbreuk. Het kraakbeen kan rechtstreeks beschadigen, of extra snel slijten door een andere manier van bewegen. Artrose die optreedt na een botbreuk of ongeval noemen we posttraumatische artrose.

Diagnose
Naast het stellen van vragen (de anamnese) en het lichamelijk onderzoek zal er doorgaans een röntgenfoto worden gemaakt van uw schouder. Als uw behandelend arts dit nodig acht, zal aanvullend nog een echo, MRI of CT aangevraagd worden om samen met u verder beleid te maken.

Behandelingen
Uw arts zal de behandelopties met u bespreken. Bij een behandeling zonder operatie kunt u denken aan een oefentherapie (fysiotherapie), pijnstilling (o.a. paracetamol of ontstekingsremmers) en een injectie met corticosteroïden in het gewricht.

Als er sprake is van ernstige arthrose in het schoudergewricht (glenohumeraal) kan ook in overleg met u gekozen worden voor het plaatsen van een schouderprothese. Het type schouderprothese (anatomisch of omgekeerd) hangt af van uw leeftijd en de kwaliteit van uw bot en schouderpezen. Bij een arthrose in het acromioclaviculaire gewricht kan een stukje sleutelbeen verwijderd worden om de pijn te verlichten. Deze laatste ingreep wordt soms ook direct verricht bij het plaatsen van een schouderprothese.

Rotator cuff letsel

Wat is een rotator cuff ruptuur? Indien één of meerdere pezen van de rotator cuff gescheurd zijn, is er sprake van een rotator cuff ruptuur. Deze ruptuur kan slechts gedeeltelijk (partieel) zijn of volledig door de totale dikte van de pees. Een defect van de rotator cuff betekent niet per definitie dat er klachten zijn. Veel mensen van 60 jaar of ouder hebben een scheurtje in één van de pezen zonder enige pijn of functieverlies. Een scheur kan groter worden en uiteindelijk wel klachten veroorzaken. De pezen groeien nooit vanzelf vast. Een scheur in de rotator cuff kan acuut ontstaan, of een chronisch beloop hebben. Een acute scheur in de pezen van de rotator cuff ontstaat meestal door een trauma, zoals een val. Ook een plotselinge beweging, het dragen van een te zware last of het uit de kom schieten van de schouder (luxatie) kunnen een scheur veroorzaken. Chronische (langer bestaande) scheuren geven meestal een sluipend begin van de klachten. Veelal aanvankelijk aangeduid als slijmbeursontsteking zonder duidelijke oorzaak. Dergelijke scheuren ontstaan meestal pas boven de leeftijd van 50-60 jaar. Oorzaken kunnen zijn: een val in het verleden, langdurig bestaan van een te kleine ruimte tussen het dak van de schouder (acromion) en de pees (impingement), herhaaldelijke overbelasting (microtraumata), ouderdom (degeneratie), slijtage of vervorming van het schoudergewricht. Vaak is er een combinatie van factoren.

Indien een scheur in één van de pezen klachten veroorzaakt, is dit het gevolg van een balansverstoring in de schouder ten gevolge van de scheur. Zo zijn er genoeg mensen met een peesscheur waarbij de schouder wel in balans is, en die geen klachten hebben. De klachten passend bij een scheur in één of meerdere van de pezen bestaan meestal uit:

  • Pijn die u ’s nachts uit de slaap kan houden en die verergert bij bewegen (met name heffen) van de arm
  • Pijn bij het liggen op de arm is
  • Klachten die toenemen bij werkzaamheden boven schouderniveau
  • Pijn bij plotselinge bewegingen en reflexen
  • Het moe en zwaar worden van de arm bij het lang aanhouden van een bepaalde positie
  • Krachtsverlies en onvermogen de arm te kunnen heffen (bij een grote scheur

Indicatiestelling
Een rotator cuffscheur kan op grond van uw verhaal en door het uitvoeren van lichamelijk onderzoek vermoed worden. Bij verdenking van een cuffscheur zal de arts een echo maken. Een echo is een volledig pijnloos onderzoek waarbij met behulp van hoogfrequente geluidsgolven een afbeelding wordt gemaakt van de pezen en spieren in de schouder. Slechts bij twijfel zal er aanvullend een MRI gemaakt worden om de diagnose bevestigen en om de kwaliteit van de pezen te beoordelen.

De behandeling hangt af van de leeftijd, de duur van de klachten, de intensiteit van de klachten, de oorzaak van de scheur en de scheur zelf en kan bestaan uit een conservatieve behandeling of een operatieve behandeling. Conservatieve behandeling Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen. In eerste instantie zal de doelstelling van de behandeling zijn om de pijn en de ontstekingsreactie (irritatie) van de slijmbeurs of het schoudergewricht te bestrijden. Dit kan doormiddel van medicatie (een NSAID) of infiltratie. Bij infiltratie wordt er een corticosteroïdenoplossing (ontstekingsremmer) in de slijmbeurs gespoten. Na infiltratie kunnen de klachten de eerste twee dagen toenemen. Hierna gaan de corticosteroïden hun werk doen en nemen de klachten af. De duur van de werking van deze infiltraties is heel verschillend. Sommige mensen zijn hiermee lange tijd van hun klachten af. Ook fysiotherapie kan uitkomst bieden. De fysiotherapeut zal doormiddel van oefeningen de pijn proberen te verlichten, de stabiliteit te vergroten en de niet-aangedane spieren te versterken. Soms kan een combinatie van bovenstaande behandelmogelijkheden uitkomst bieden.

Frozen shoulder

Klachten en symptomen.
De belangrijkste klachten zijn vaak pijn en bewegingsbeperking. Acute onverwachte bewegingen geven ook felle pijnscheuten in de schouder, eventueel doortrekkend naar den arm en/of nek. De pijn kan wisselend aanwezig zijn maar ook continue (ook s nachts). Activiteiten als aan- en uitkleden, iets uit een hoge kast pakken en autorijden zijn pijnlijk.

Oorzaken
De oorzaak van een frozen shoulder is niet bekend, maar we weten wel dat er sprake is van een gewrichtsontsteking. Deze ontsteking zorgt ervoor dat het kapsel om het gewricht verschrompelt en verdikt. Hierdoor kan de schouder niet meer, of niet zonder pijn bewegen. Soms ontstaat een frozen shoulder spontaan bij patiënten met suikerziekte. Een frozen shoulder kan ook ontstaan na een schouderoperatie of een blessure. Het gewrichtskapsel kan zich namelijk door een soort littekenreactie samentrekken.

Diagnose
De diagnose wordt meestal gesteld naar aanleiding van de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Hierbij staan pijn en bewegingsbeperking van het schoudergewricht vaak op de voorgrond. Ter aanvulling kan soms nog een echo of MRI aangevraagd worden om de oorzaak van de frozen shoulder helder te krijgen.

Behandelingen en beloop
Doorgaans kent een frozen shoulder 3 fasen:
Fase 1  is de verstijvende fase. Die duurt zes weken tot maximaal negen maanden. De pijn neemt langzaam toe en de beweeglijkheid neemt af.

Fase 2  heet de frozen of bevroren fase. De pijn neemt langzaam af, maar de stijfheid blijft. Deze fase duurt vier tot negen maanden.

Fase 3  is de laatste fase – de ontdooiende fase. De pijn verdwijnt naar de achtergrond, en de beweeglijkheid komt langzaam terug tot (bijna) normaal. Deze fase duurt vijf maanden tot twee jaar.

In de eerste fase is het belangrijk de pijn te verminderen. Dat kan bijvoorbeeld door het gebruik van pijnstillers (zoals diclofenac of ibuprofen) of door een injectie met corticosteroïden in het gewricht. In de latere fasen is actieve oefentherapie belangrijk voor het herstel van uw schouderfunctie. Bewegen binnen de pijngrenzen is in ieder geval belangrijk voor uw herstel. Een operatie voor een frozen shoulder is niet gangbaar. Het is belangrijk te beseffen dat een frozen shoulder lange tijd in beslag kan nemen voor het herstel.

Behandelmethodes

Corticosteroid injecties

Bicepspeesklachten

Aan de voorkant van de bovenarm bevindt zich de bicepsspier. Deze spier heeft twee aanhechtingspunten: de korte bicepspees en de lange bicepspees. De laatste is meestal aangedaan en geeft meestal pijnklachten aan de voorzijde van de schouderkop.

Klachten en symptomen
Bicepsklachten uiten zich in pijn aan de voorzijde van de kop van de schouder. Het optillen van de arm is pijnlijk, evenals het aanspannen van de bicepsspier. Bicepstendinitis en een lange bicepspees ruptuur komt vooral voor bij 40-plussers. SLAP laesies worden vooral gezien bij (bovenhandse) sporters.

Bicepstendinitis
Wrijving van de bicepspees kan een ontsteking veroorzaken. Deze ontsteking kan tevens onderdeel zijn van het subacromiaal pijnsyndroom of kan voorkomen in combinatie met een rotator cuff scheur.

Lange biceppeessruptuur
Doordat u valt of iets zwaars opvangt, kan uw bicepspees inscheuren of helemaal afscheuren.  Dit heet een bicepspeesruptuur. U voelt soms een knapje en u heeft een blauwe plek op de voorkant van uw bovenarm. Ook heeft u soms ineens een grotere spierbal op uw bovenarm. De pees kan aan de kant van de schouder afscheuren maar ook aan de kant van de elleboog.

SLAP laesie
SLAP is een afkorting van Superior Labral tear from Anterior to Posterior. Aan de bovenkant van de kom van de schouder zit de lange bicepspees aan het labrum (kraakbeen) vast. Deze aanhechting kan van voor tot achter losscheuren bij letsels waarbij er hard aan de arm getrokken wordt. Bijvoorbeeld wanneer men in een val iets grijpt om de val te voorkomen of bij een slaande bovenhandse beweging tijdens sporten.

Diagnose
Er zijn specifieke testen bij het lichamelijk onderzoek waarmee bicepspees klachten worden aangetoond. Met een echo of MRI scan kunnen bicepspeesklachten verder in beeld gebracht worden als dat nodig is. Op een röntgenfoto zijn vaak geen afwijkingen te zijn. Toch wordt altijd ook een röntgenfoto gemaakt om andere oorzaken van schouderklachten uit te sluiten.

Een gescheurde bicepspees is vaak te herkennen aan de veranderde vorm van de spierbal. (Popeye fenomeen) Ook dit kan verder in beeld gebracht worden met een echo of MRI scan.

Behandelingen
De behandeling van irritatie van de bicepspees is meestal niet operatief. Met fysiotherapie en pijnstillers kunnen de klachten verminderen. Als dat onvoldoende helpt kan soms een injectie met een ontstekingsremmer (corticosteroïden) in de schouder gegeven worden. Als laatste mogelijkheid is er nog de optie om de bicepspees tijdens een kijkoperatie door te snijden op de plaats waar hij vast zit aan de kop van de bovenarm zodat u daarna geen last meer heeft van de irritatie. dit wordt soms ook gedaan als tijdens een kijkoperatie van de schouder voor een andere reden, blijkt dat de bicepspees geïrriteerd is. Omdat de bicepspees aan de bovenkant op twee plaatsen vast zit (ook nog aan het schouderblad) zorgt het doorsnijden van de pees bij de kop van de bovenarm meestal niet voor krachtsverlies.

Als de bicepspees scheurt aan de bovenkant, ter plaatse van de schouder, gaan de klachten meestal vanzelf weer over. De fysiotherapeut kan helpen bij terugkrijgen van de kracht en bewegelijkheid van de schouder. Aan de onderkant, ter plaatse van de elleboog zit de bicepspees maar op een plaats vast. Daarom is het als de bicepspees aan de onderkant afscheurt vaak nodig om hem weer vast te hechten met een operatie.

Instabiliteit (luxatie)

Operatie
Als de behandeling zonder operatie niet helpt, kunt u geopereerd worden. Zo’n operatie heet een stabiliserende schouderoperatie. Dit gebeurt met een kijkoperatie (artroscopie) of een open operatie. Een operatie heeft vooral zin bij mensen met een instabiele schouder na een ongeluk. Mensen die extreem lenig zijn (hyperlaxiteit of hypermobiliteit), hebben na een operatie grote kans op herhaling van de klachten. Voor hen is de spierkracht en de coördinatie van de spieren belangrijk. Fysiotherapie en sporten kan daarbij helpen. Kort voor de operatie krijgt u een antibioticum om de kans op infectie te verkleinen. De operatie gebeurt onder algehele narcose of een zenuwverdoving (plexusblokkade). Een zenuwverdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt.

Er zijn 2 manieren van opereren

  • Via een kijkoperatie (artroscopie) kan de arts:
    – Het afgescheurde labrum weer vastzetten. Daarmee blijft de kop beter in de kom. Deze operatie heet Bankart repair of artroscopische schouderstabilisatie.
    – Het gewrichtskapsel inkorten. Het kapsel wordt wat strakker gemaakt. Dat maakt het schoudergewricht weer steviger. Deze operatie heet een cupsulair shift.
  • In een open operatie kan de orthopeed een stukje bot (botblok) weghalen van de voorkant van het schouderblad (processus coracoideus) met daaraan vast een pees. Hij of zij maakt dit met schroefjes vast aan de voorkant van de schouderkom. Dit zorgt voor extra stevigheid. De kop kan dan niet meer zo snel uit de kom schieten. Dit heet ook wel de Bristow of Latarjet-procedure. Beide operaties duren een tot anderhalf uur. Meestal mag u nog dezelfde dag weer naar huis.

Mogelijke complicaties

  • Infectie van de wond
  • Pijn (aanhoudende pijnklachten)
  • Stijfheid (frozen shoulder)
  • Zenuwletsel
  • Nabloeding
  • Niet goed vastgroeien van het botblokje
  • Kans op een nieuwe luxatie of ontwrichting
  • Slijtage/artrose van het schoudergewricht

Gebroken schouder / sleutelbeen

De sleutelbeenbreuk of clavicula fractuur
De sleutelbeenbreuk is één van de meest voorkomende botbreuken. Dit komt door zijn oppervlakkige ligging waardoor er bij een val veel kracht op komt. Het is gelukkig bijna altijd een gemakkelijk genezende botbreuk. Er doen zich zelden complicaties voor. De behandeling is eenvoudig; enige weken rust is alles wat nodig is.

Diagnose en onderzoek
Omdat het sleutelbeen door zijn ligging zo makkelijk is te onderzoeken, kan de arts na zijn onderzoek meestal met zekerheid vaststellen of uw sleutelbeen gebroken is. Het is dan niet altijd nodig om een röntgenfoto te maken. Er zal vaak een foto vd borstkast en longen worden gemaakt omdat een breuk vd ribben vaak ook voorkomt naast een sleutelbeen breuk.

Behandelmethodes

Klachten na prothese

Eén op de vijf Nederlanders heeft weleens last van de schouder. Sommige mensen komen in aanmerking voor een kunstgewricht (prothese). De Nederlandse orthopeden plaatsen ongeveer 3500 schouderprothesen per jaar.

De schouder
De schouder bestaat uit verschillende delen:

  • Schouderkop op de bovenarm
  • Schouderkom aan het schouderblad
  • Sleutelbeen
  • Schouderblad met aan de bovenkant het schouderdak
  • Gewrichtskapsel
  • Rotator-cuff; spieren en pezen rondom de schouder. Deze zorgen er samen voor dat de arm bijna alle kanten op kan bewegen en dat de kop op zijn plaats blijft.

Redenen voor een prothese
De belangrijkste redenen voor een schouderprothese zijn:

U krijgt eventueel een schouderprothese als de behandeling zonder operatie niet helpt. Een schouderprothese plaatsen is dus de allerlaatste stap. Het doel is om de pijn te verminderen en de beweging van de schouder te verbeteren.
Uw arts bespreekt met u of u voor een prothese in aanmerking komt. En houdt daarbij bijvoorbeeld rekening met uw leeftijd en of u nog andere ziekten heeft.

Soorten schouderprothesen
Er zijn drie soorten schouderprothesen:

  • Gewone (reguliere) schouderprothese. Deze heet ookanatomische schouderprothese. De kop en de kom worden vervangen door een kop van metaal en een kom van kunststof.
    Deze prothese gebruiken we vooral bij patiënten met een versleten schouder zónder scheuren in de pezen en spieren er omheen (rotator cuff). De spieren en pezen zijn nog goed en de kop blijft daarmee op zijn plaats.
  • Omgekeerde schouderprothese. Deze heet ook reversed schouderprothese. De naam verklapt eigenlijk al wat dit is. De kop komt op de plaats van de kom en het kommetje op de plaats van de kop.
    Ook hier is de kop van metaal. Het kunststof kommetje zit vast aan een metalen steel die vastgroeit of met botcement wordt geplaatst in de bovenarm.
    Deze prothese gebruiken we als niet alleen het gewricht maar óók de spieren en pezen er omheen (rotator cuff) beschadigd zijn. Die beschadigde pezen en spieren zorgen ervoor dat de kop niet goed voor de kom blijft zitten.
    Als we hier een gewone schouderprothese plaatsen, kunnen de beschadigde spieren en pezen nog steeds hun werk niet doen. De kop blijft dan nog steeds niet goed voor de kom zitten. Het gevolg: pijn en de patiënt kan de arm niet meer omhoog bewegen.
    Door kop en kom te wisselen, verplaatsen we het draaipunt in de schouder. De rotator cuffis dan niet meer nodig om de kop van de schouder op zijn plaats te houden. Een andere spier op de schouder (de deltoïdeus) kan de arm dan alsnog omhoog brengen.
  • Halve schouderprothese. Bij deze prothese vervangt de arts alleen de schouderkop. Dat kan als de kom nog goed is. Bij een gebroken schouderkop bijvoorbeeld.

In 2019 was ongeveer 75% van de geplaatste prothesen een omgekeerde schouderprothese, 20% een anatomische schouderprothese en 5% een halve schouderprothese. Deze gegevens komen uit de rapportage van de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI).

Steel
Bij het vervangen van de schouderkop kan de arts kiezen voor een prothese zonder steel, met een korte steel, of met een lange steel. De resultaten van prothesen zonder steel en met een lange steel zijn 2.5 jaar na plaatsing ongeveer hetzelfde.

Materiaal
De steel van de prothese is van metaal (titanium, cobalt-chroom). De kop van de prothese is meestal gemaakt van staal of keramiek en het kommetje van kunststof (polyethyleen).

Operatie
De operatie gebeurt onder algehele narcose of een zenuwverdoving (plexusblokkade). Een zenuwverdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt.

De orthopeed maakt een snee van 10-15 cm vanaf de schouder richting de bovenarm. Afhankelijk van de operatietechniek, zit de snee wat meer aan de voorkant, of juist aan de buitenkant van de bovenarm.
De orthopeed verwijdert de kop en kom van uw schouder en zet de prothese daarvoor in de plaats. Als de prothese stevig genoeg zit, gebruikt de orthopeed geen botcement. Is dat niet het geval dan gebruikt de arts wél botcement. Een andere reden om botcement te gebruiken is de hogere leeftijd van de patiënt. De operatie duurt ongeveer 2 uur.

De meeste mensen blijven 1 tot 2 dagen in het ziekenhuis. Soms is de operatie in dagbehandeling.

U heeft enkele dagen pijn en krijgt hiervoor pijnstillers. Meestal krijgt u tijdens uw opname ook medicijnen om trombose te voorkomen.

Complicaties
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen zijn er soms problemen (complicaties):

  • Infectie
  • Beschadiging van zenuwen
  • Nabloeding van de wond
  • Soms schiet de prothese uit de kom. In de eerste drie maanden na de operatie is de kans hierop het grootst.
  • Loslating van de prothese op langere termijn
  • Botbreuken, bijvoorbeeld bij reuma. Tijdens of na de operatie kan er een scheur of breuk ontstaan in het bot.

Klachten na een schouderprothese
De meeste patiënten zijn erg tevreden na een schouderporthese echter bij een kleine groep kunnen er na verloop van tijd kunnen toch klachten ontstaan.

Er kan een infectie ontstaan die zich pas laat manifesteert (low grade infectie) of die ontstaat na een infectie elders in het lichaam (secundaire infectie) Dit geeft klachten van pijn soms roodheid en koorts. Meestal is eer dan een operatie voor nodig om het te herstellen; Het gewricht moet gespoeld worden en soms moet de prothese verwijderd worden.

Bij een reguliere schouderprothese kan op den duur alsnog een scheur in de pezen of spieren (rotator cuff) ontstaan. In dat geval kan een tweede operatie nodig zijn, waarbij de reguliere prothese wordt omgebouwd naar een omgekeerde prothese.

Ook kan de prothese soms los gaan zitten na verloop van tijd. Dit komt soms door veelvuldig gebruik door de jaren heen of door slijtage van de nieuwe schouder. Gemiddeld gaat de schouder echter lange tijd mee (15 jaar). Ook bij klachten van loslating kan vaak de schouderprothese worden vervangen of omgebouwd (revisie).

Bij klachten van de schouder na het plaatsen van en schouderprothese, is het advies om uw orthopedisch chirurg te raadplegen.

Specialisten

Orthopedisch chirurg

Daan ter Keurs

De dynamiek van sport en de daarbij behorende letsels geven mij veel energie! De operatieve en niet-operatieve behandelingen zorgen er voor dat sporters weer snel terug kunnen keren op hun niveau. Daarbij zijn sporters meestal gemotiveerd voor revalidatie. Dit samen maakt sport het meest fascinerende deel van de orthopedie.

Aandachtsgebieden

  • Sport(traumatologie)
  • Kniechirurgie
  • Heupchirurgie
  • Schouderchirurgie

Opleiding en werkervaring

  • 2013-heden Orthopedisch chirurg Gelre Ziekenhuizen
  • 2009-2012 Opleiding Orthopedie; Isala klinieken Zwolle/ MST Enschede/ Isala klinieken Zwolle/ UMCG Groningen.
  • 2006-2008 Vooropleiding Heelkunde, Ziekenhuisgroep Twente, Almelo.
  • 2004-2006 Arts-assistent niet in opleiding Orthopedie, Medisch Spectrum — Twente, Enschede.
  • 2004 Senior co-assistent Orthopedie, Medisch Spectrum Twente, Enschede.
  • 2004 Keuze co-assistent Orthopedie, Erasmus MC Rotterdam.
  • 2002-2004 Co-schappen, Erasmus MC/ Albert Schweizer ZH, Dordrecht.
  • 1998-2004 Student geneeskunde, Faculteit der Medische Wetenschappen, ErasmusUniversiteit Rotterdam. Propedeuse 1999, Doctoraal 2002.
  • 1995-1998 Student bedrijfswetenschappen, Faculteit Bedrijfskunde, RijksUniversiteit Groningen, Propedeuse 1996.
  • 1989-1995 VWO: Twents Carmel Lyceum, Oldenzaal.

Beroepsvereniging en nevenactiviteiten

  • 2006-heden Nederlandse vereniging voor Arthroscopie.
  • 2006-heden Nederlandse vereniging voor Orthopedie.
  • 2011-heden Nederlandse Vereniging voor Orthopedische Traumatologie.
  • 2013-heden Werkgroep Schouder en elleboog NOV
  • 2013-heden Werkgroep Sportletsels  NOV

Studies, Certificaten, Cursussen (selectie)

  • 2018 Visiting fellowship dr Millet, shoulder surgery, Vail Colorado
  • 2017 SECEC-ESSSE, Berlin 2017, shoulder elbow congress
  • 2017 Shoulderarthroplasty course UMCU
  • 2016 Anatomic and Biomechanical Knee Ligament Reconstruction, Leeds
  • 2015 Echo cursus , schouder-anatomie en pathologie
  • 2014 ArthroParis
  • 2014 The Art(throscopy) of Football NVA
  • 2013 Jaarcongres ‘de Knie’
  • 2012 NVA Fellowship Arthroscopy Engeland
  • 2011 AO Advanced Trauma course Davos
  • 2011 Wetlab training Knee and Shoulder, Munchen
  • 2011 Sports medicine Arthroscopy Shoulder Cadaver Workshop Rotterdam
  • 2011 Half jaar Traumastage Isala Klinieken, locatie Sophia
  • 2011 NVA Fellowship Arthroscopy Nederland
  • 2010 Biomet Hip and Knee course Lille
  • 2010 NVA Arthroscopiecursussen UMCG
  • 2009 AO Trauma wekedelen benadering Rotterdam
  • 2008 AO Principles in Operative Fracture Management Leeds

BIG-nummer

69062730701
Orthopedisch chirurg

Eric Raven

Aandachtsgebieden

  • Algemene orthopedie
  • Prothesiologie (totale schouder, totale ellenboog, totale pols, vingerprothese)
  • Sporttraumatologie
  • Arthroscopische chirurgie (schouder, elleboog, pols)

Opleiding en werkervaring

Universiteiten
  • 1986 – 1987: Economics, University of Amsterdam
  • 1987 – 1988: Medicine, Free University of Brussels, Belgium
  • 1988 – 1995: Medicine, University of Amsterdam
Specialisatie
  • 1998 – 2004: Orthopedics, Academic Medical Center Amsterdam, Slotervaart Hospital and Hilversum Hospital
Promotie
  • 2017: Universiteit van Amsterdam. Osteoarthritis and Rheumatoid Arthritis of the Carpus
Course instructor/ Organization
  • May 2008: Arthrex Kadavercourse Shoulder arthroscopy Rotterdam; Cuff repair and instability, course instructor
  • July 2009: NVA Shoulder arthroscopy course Utrecht, course instructor
  • Jan. 2010: NVA Master class Foot and Ankle Arthroscopy, organization
  • Feb. 2010: Arthrex Kadavercourse Shoulder and Knee arthroscopy; Naples, Florida, course instructor
  • Juli 2010: NVA Shoulder arthroscopy course Utrecht, course instructor
  • Nov. 2011: Arthrex Kadavercourse Shoulder and Knee arthroscopy; Munchen, Germany
  • Apr. 2012: Arthrex Advanced Kadavercourse Shoulder arthroscopy, Munchen, Germany
  • Apr. 2015: Live Surgery shoulder stabilization and cuff repair (surgeon)
  • Okt. 2015: Masterclass New technologies for glenoid replacement in reversed total shoulder, Maarsbergen the Netherlands
  • Apr. 2018: Nederlandse Hand/Pols cursus Arthrex Munchen
  • Apr. 2019: Nederlandse Hand/Pols cursus Arthrex Munchen
  • Apr. - Juli 2013: Anatomical shoulder system 2.0 panel meeting, Zürich
Werkervaring als orthopedisch chirurg
  • 2006 – heden: Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn, the Netherlands
  • 2005 — 2006: Kennemer Gasthuis, Haarlem, the Netherlands
  • 2004 — 2005: Kliniek Klein Rosendael, the Netherlands

Beroepsvereniging en nevenactiviteiten

  • Lid schouder elleboog werkgroep NOV
  • Lid Hand / Pols werkgroep NOV
  • Lid Nederlandse Vereniging Orthopaedische traumatolgie
  • Lid Nederlandse vereniging voor Handchirurgie
  • Lid Europese Vereniging schouder elleboog chirurgie (SECEC)
  • Lid Handenteam Stedendriehoek (1x p.m. gemeenschappelijk spreekuur)
  • Lid Nederlandse Orthopedische Vereniging (NOV)
  • Lid Nederlandse Vereniging Arthroscopie (NVA)
  • 2009 — 2012: Board member Dutch Arthroscopy Society

BIG-nummer

19045043801Lees hier het volledige Curriculum Vitae in het Engels.

Gewrichten

Heup
Knie
Enkel en voet
Schouder
Elleboog
Pols en hand

E-mail versturen

Telefonisch contact

Afspraak maken