Artrose van de duimbasis
Artrose is slijtage van het kraakbeen in een gewricht. Kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal, maar bij artrose is er méér slijtage van het kraakbeen. Het gladde gewrichtsoppervlak wordt dun, brokkelig, of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren. (zorgvoorbeweging.nl )
Klachten en symptomen
Mensen met artrose van de duim klagen over:
- Stijfheid in de duimen
- Dingen uit de handen laten vallen; krachtverlies
- Steeds meer moeite met kleine handelingen, zoals bijvoorbeeld de knoopjes van een overhemd dichtdoen
- Zwelling van de duimbasis
- Vervorming of standsverandering van de duim
Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken van artrose:
- Primaire artrose: de kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Soms komt het in de familie voor. Het kan ook komen door te zware belasting van het gewricht. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.
- Secundaire artrose: het kraakbeen wordt aangetast als gevolg van een ontstekingsreactie van het gewricht (reumatoïde artritis of gewrichtsreuma), een bacteriële infectie of een botbreuk in het gewricht (posttraumatische artrose). Ook hier zal de laag kraakbeen dunner worden en komt het onderliggend bot (gedeeltelijk) bloot te liggen.
Diagnose
De orthopeed luistert naar uw verhaal en onderzoekt uw handen. Aanvullend zal er een röntgenfoto gemaakt worden, hiermee kan de diagnose en de ernst van de artrose gesteld worden.
Behandelingen zonder operatie
Figuur 2 Rhizolock brace voor de duim
Figuur 3 Silversplint voor de duim
- Handfysiotherapie
- Pijnstillers
- Injectie met corticosteroïd in het gewricht
Behandelingen operatief
Duimbasis resectie
Als de slijtage beperkt is tot alleen het CMC I gewricht kan er voor gekozen worden alleen ruimte te maken in het duimbasisgewricht. (zie Figuur 3 – Figuur 5)
Nabehandeling
- 2 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
- Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.
Figuur 4 Duimfoto: arthrose CMC I
Figuur 5 Duimfoto: arthrose CMC I
Figuur 6 Duimfoto: na Duimbasisresectie in gips
Trapezectomie
Als er zowel slijtage is in CMC I als in STT gewricht dan wordt er gekozen voor het verwijderen van het Trapezium botje. (Figuur 6 – Figuur 8)
Nabehandeling
- 2 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
- Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.
Figuur 7 Handfoto: Arthrose duim: CMC I en STT
Figuur 8 Duimfoto: Arthrose CMCI en STT
Figuur 9 Handfoto na verwijderen Trapezium
Trapezectomie met CMC thigthrope
Als er zowel slijtage is in CMC I als in STT gewricht dan wordt er gekozen voor het verwijderen van het Trapezium botje. Als er ook instabiliteit is dan wordt tijdens de ingreep ook een thightrope geplaatst (zie Figuur 9 – Figuur 10)
Nabehandeling
- 2 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
- Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.
Figuur 10 Handfoto: slijtage CMC I en STT, verder ook subluxatie in CMC I
Figuur 11 Handfoto: Na verwijderen Trapezium en stabilisatie met thightrope
Trapezectomie met MCP I artrodese
Als er zowel slijtage is in CMC I als in STT gewricht dan wordt er gekozen voor het verwijderen van het Trapezium botje. Als er ook ernstige instabiliteit en arthrose van het MCP I gewricht is dan wordt tijdens de ingreep soms het MCP I gewricht vastgezet (Zie Figuur 11 – Figuur 13)
Nabehandeling
- 6 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
- Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.
Figuur 12 Duimfoto: Arthrose CMCI, STT en MCP I, tevens instabiliteit MCP I
Figuur 13 Duimfoto: na verwijderen Trapezium en vastzetten MCP I
Figuur 14 Duimfoto: na verwijderen Trapezium en vastzetten MCP I
Protheses voor de duim
Protheses voor de slijtage in het CMC I gewricht worden niet veel meer gedaan, omdat de resultaten onvoorspelbaarder zijn.
Complicaties
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen er toch problemen (complicaties) zijn:
- Een infectie van de wond. Afhankelijk van de ernst krijgt u dan antibiotica. In sommige gevallen is het nodig de wond te spoelen.
- Schade door de operatie aan pezen of zenuwen. Dit gebeurt gelukkig heel zelden.
- De arthrodese kan niet vastgroeien. Dit noemen we een non-union. Bij sommige patiënten duurt het wel 6 maanden voordat de botdelen zijn vastgegroeid. Bij rokers zien we dit vaker. Het advies is dan ook om – in elk geval tijdelijk – te stoppen met roken bij een artrodese.
- Er is een kleine kans op het ontwikkelen van dystrofie (CRPS).
- Op langere termijn moet u er rekening mee houden dat de prothese kan loslaten of slijten. Dan moet deze vervangen worden.