Pols en hand

Zoals u zich wellicht kan voorstellen, kunnen verwondingen aan de hand of pols een aanzienlijke impact hebben op de kwaliteit van leven. Of het nu gaat om een breuk, (pees)ontsteking of carpaal tunnel syndroom, deze (en andere) aandoeningen kunnen van invloed zijn op activiteiten zoals het vastpakken van voorwerpen en typen, die typische onderdelen van het dagelijks leven zijn.

Hand en polsklachten zijn te verdelen in aantal hoofdstukken
– Ongevallen: breuken en gescheurde pezen ligamenten
– Artrose of gewrichtsslijtage
– Beknelde zenuw zoals carpaal tunnel syndroom
– Bultjes/ zwelling zoals ganglion
– Peesproblemen zoals triggerfinger

Hoe ziet de pols eruit?

De pols wordt gevormd door het spaakbeen
en de ellepijp in de onderarm en acht handwortelbeentjes, die in twee rijen zijn gegroepeerd.

De handwortelbeentjes zijn onderling met elkaar verbonden door middel van bandjes, die de gewrichten tussen de handwortelbeentjes verstevigen.

Scaphoid = scheepvormige botje
Lunatum = maanvormige botje
Radius = spaakbeen
Ulna = ellepijp

Aandoeningen

Pols en hand

Aandoeningen

Duimartrose

Artrose van de duimbasis
Artrose is slijtage van het kraakbeen in een gewricht. Kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal, maar bij artrose is er méér slijtage van het kraakbeen. Het gladde gewrichtsoppervlak wordt dun, brokkelig, of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren. (zorgvoorbeweging.nl )

Klachten en symptomen
Mensen met artrose van de duim klagen over:

  • Stijfheid in de duimen
  • Dingen uit de handen laten vallen; krachtverlies
  • Steeds meer moeite met kleine handelingen, zoals bijvoorbeeld de knoopjes van een overhemd dichtdoen
  • Zwelling van de duimbasis
  • Vervorming of standsverandering van de duim

Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken van artrose:

  • Primaire artrose: de kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Soms komt het in de familie voor. Het kan ook komen door te zware belasting van het gewricht. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.
  • Secundaire artrose: het kraakbeen wordt aangetast als gevolg van een ontstekingsreactie van het gewricht (reumatoïde artritis of gewrichtsreuma), een bacteriële infectie of een botbreuk in het gewricht (posttraumatische artrose). Ook hier zal de laag kraakbeen dunner worden en komt het onderliggend bot (gedeeltelijk) bloot te liggen.

Diagnose
De orthopeed luistert naar uw verhaal en onderzoekt uw handen. Aanvullend zal er een röntgenfoto gemaakt worden, hiermee kan de diagnose en de ernst van de artrose gesteld worden.

Behandelingen zonder operatie


Figuur 2 Rhizolock brace voor de duim


Figuur 3 Silversplint voor de duim

  • Handfysiotherapie
  • Pijnstillers
  • Injectie met corticosteroïd in het gewricht

Behandelingen operatief

Duimbasis resectie
Als de slijtage beperkt is tot alleen het CMC I gewricht kan er voor gekozen worden alleen ruimte te maken in het duimbasisgewricht. (zie Figuur 3 – Figuur 5)

Nabehandeling

  • 2 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
  • Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.


Figuur 4 Duimfoto: arthrose CMC I


Figuur 5 Duimfoto: arthrose CMC I


Figuur 6 Duimfoto: na Duimbasisresectie in gips

Trapezectomie
Als er zowel slijtage is in CMC I als in STT gewricht dan wordt er gekozen voor het verwijderen van het Trapezium botje. (Figuur 6 – Figuur 8)

Nabehandeling

  • 2 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
  • Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.


Figuur 7 Handfoto: Arthrose duim: CMC I en STT


Figuur 8 Duimfoto: Arthrose CMCI en STT


Figuur 9 Handfoto na verwijderen Trapezium

Trapezectomie met CMC thigthrope
Als er zowel slijtage is in CMC I als in STT gewricht dan wordt er gekozen voor het verwijderen van het Trapezium botje. Als er ook instabiliteit is dan wordt tijdens de ingreep ook een thightrope geplaatst (zie Figuur 9 – Figuur 10)

Nabehandeling

  • 2 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
  • Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.


Figuur 10 Handfoto: slijtage CMC I en STT, verder ook subluxatie in CMC I


Figuur 11 Handfoto: Na verwijderen Trapezium en stabilisatie met thightrope

Trapezectomie met MCP I artrodese
Als er zowel slijtage is in CMC I als in STT gewricht dan wordt er gekozen voor het verwijderen van het Trapezium botje. Als er ook ernstige instabiliteit en arthrose van het MCP I gewricht is dan wordt tijdens de ingreep soms het MCP I gewricht vastgezet (Zie Figuur 11 – Figuur 13)

Nabehandeling

  • 6 weken gips duimpje. Daarna start handfysiotherapie.
  • Het duurt in de regel 3 maanden voordat de patiënten blij zijn met de operatie.


Figuur 12 Duimfoto: Arthrose CMCI, STT en MCP I, tevens instabiliteit MCP I


Figuur 13 Duimfoto: na verwijderen Trapezium en vastzetten MCP I


Figuur 14 Duimfoto: na verwijderen Trapezium en vastzetten MCP I

Protheses voor de duim
Protheses voor de slijtage in het CMC I gewricht worden niet veel meer gedaan, omdat de resultaten onvoorspelbaarder zijn.

Complicaties
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen er toch problemen (complicaties) zijn:

  • Een infectie van de wond. Afhankelijk van de ernst krijgt u dan antibiotica. In sommige gevallen is het nodig de wond te spoelen.
  • Schade door de operatie aan pezen of zenuwen. Dit gebeurt gelukkig heel zelden.
  • De arthrodese kan niet vastgroeien. Dit noemen we een non-union. Bij sommige patiënten duurt het wel 6 maanden voordat de botdelen zijn vastgegroeid. Bij rokers zien we dit vaker. Het advies is dan ook om – in elk geval tijdelijk – te stoppen met roken bij een artrodese.
  • Er is een kleine kans op het ontwikkelen van dystrofie (CRPS).
  • Op langere termijn moet u er rekening mee houden dat de prothese kan loslaten of slijten. Dan moet deze vervangen worden.

Behandelmethodes

Zenuwbeklemmingen

Als er een zenuw in de knel zit kan dat, in het verloop van de zenuw, tintelingen geven of een doof gevoel. Als de beknelling hoger in de arm zit kan het ook krachtsverlies geven. Een bekend voorbeeld hiervan is het carpaal tunnelsyndroom: hierbij is de zenuw bekneld bij de pols en hebben de patiënten tintelingen in de vingers en soms een doof gevoel.

Carpaaltunnelsyndroom
Het carpale tunnelsyndroom (CTS) is een beknelling van een zenuw in uw pols. Klachten kunnen zijn: een verdoofd gevoel, tintelingen en pijn in uw hand, aan de kant van de duim.

Ulnaropathie
Ulnaropathie is een storing in de functie van één van de zenuwen (bedradingen) van de onderarm. Die zenuw heet de ulnariszenuw of nervus ulnaris. De ulnariszenuw loopt vanaf de binnenkant van de bovenarm via de binnenkant van de elleboog naar de pink. De beknelling zit meestal bij de elleboog . De beknelling van de zenuw kan ook in de pols zitten, in het kanaal van Guyon.

Bultjes/zwellingen

Een ganglion is een bobbeltje aan uw pols, vinger of voet.  Het bobbeltje wordt veroorzaakt door een uitstulping van de peesschede of van het kapsel dat om een gewricht zit. Een peesschede is een kokertje gevuld met een glijmiddel. Hierdoor kunnen de pezen makkelijk door de peesschede glijden, steeds als u uw spieren aanspant of ontspant. Er kan meer vocht in het ganglion komen, waardoor het bobbeltje groter wordt.

Klachten na prothese

De klachten na een polsprothese kunnen in 2 groepen verdeeld worden.

Aanvullende klachten, naast de polsprothese.
Bijvoorbeeld bij een pols prothese krijgt de patiënt last van de pols echter niet gerelateerd aan de prothese. De behandeling zal dan gericht worden op de bijkomende klachten. Bijvoorbeeld een patiënt heeft een goed functionerende polsprothese maar krijgt last aan de knobbel van de ellepijn. Daar blijkt ook slijtage te zitten. In dit geval kan besloten worden ook het DRU-gewricht te vervangen. Er wordt een Scheker prothese erbij geplaatst.

Er zijn uiteraard nog heel veel andere mogelijkheden waarom u last kan hebben na een polsprothese. Tijdens een bezoek aan de polikliniek wordt een röntgenfoto gemaakt en de dokter zal de pols onderzoeken om te kijken of de klachten door de prothese komen of dat er andere klachten zijn.

Behandelmethodes

Handfysiotherapie

Pols en hand

Aandoeningen

Specialisten

Orthopedisch chirurg

Eric Raven

Aandachtsgebieden

  • Algemene orthopedie
  • Prothesiologie (totale schouder, totale ellenboog, totale pols, vingerprothese)
  • Sporttraumatologie
  • Arthroscopische chirurgie (schouder, elleboog, pols)

Opleiding en werkervaring

Universiteiten
  • 1986 – 1987: Economics, University of Amsterdam
  • 1987 – 1988: Medicine, Free University of Brussels, Belgium
  • 1988 – 1995: Medicine, University of Amsterdam
Specialisatie
  • 1998 – 2004: Orthopedics, Academic Medical Center Amsterdam, Slotervaart Hospital and Hilversum Hospital
Promotie
  • 2017: Universiteit van Amsterdam. Osteoarthritis and Rheumatoid Arthritis of the Carpus
Course instructor/ Organization
  • May 2008: Arthrex Kadavercourse Shoulder arthroscopy Rotterdam; Cuff repair and instability, course instructor
  • July 2009: NVA Shoulder arthroscopy course Utrecht, course instructor
  • Jan. 2010: NVA Master class Foot and Ankle Arthroscopy, organization
  • Feb. 2010: Arthrex Kadavercourse Shoulder and Knee arthroscopy; Naples, Florida, course instructor
  • Juli 2010: NVA Shoulder arthroscopy course Utrecht, course instructor
  • Nov. 2011: Arthrex Kadavercourse Shoulder and Knee arthroscopy; Munchen, Germany
  • Apr. 2012: Arthrex Advanced Kadavercourse Shoulder arthroscopy, Munchen, Germany
  • Apr. 2015: Live Surgery shoulder stabilization and cuff repair (surgeon)
  • Okt. 2015: Masterclass New technologies for glenoid replacement in reversed total shoulder, Maarsbergen the Netherlands
  • Apr. 2018: Nederlandse Hand/Pols cursus Arthrex Munchen
  • Apr. 2019: Nederlandse Hand/Pols cursus Arthrex Munchen
  • Apr. - Juli 2013: Anatomical shoulder system 2.0 panel meeting, Zürich
Werkervaring als orthopedisch chirurg
  • 2006 – heden: Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn, the Netherlands
  • 2005 — 2006: Kennemer Gasthuis, Haarlem, the Netherlands
  • 2004 — 2005: Kliniek Klein Rosendael, the Netherlands

Beroepsvereniging en nevenactiviteiten

  • Lid schouder elleboog werkgroep NOV
  • Lid Hand / Pols werkgroep NOV
  • Lid Nederlandse Vereniging Orthopaedische traumatolgie
  • Lid Nederlandse vereniging voor Handchirurgie
  • Lid Europese Vereniging schouder elleboog chirurgie (SECEC)
  • Lid Handenteam Stedendriehoek (1x p.m. gemeenschappelijk spreekuur)
  • Lid Nederlandse Orthopedische Vereniging (NOV)
  • Lid Nederlandse Vereniging Arthroscopie (NVA)
  • 2009 — 2012: Board member Dutch Arthroscopy Society

BIG-nummer

19045043801Lees hier het volledige Curriculum Vitae in het Engels.

Gewrichten

Heup
Knie
Enkel en voet
Schouder
Elleboog
Pols en hand

E-mail versturen

Telefonisch contact

Afspraak maken