Wat is elleboogs-arthroscopie?
Bij arthroscopie van de elleboog wordt door middel van een buisje waarin een optiek zit een inspectie uitgevoerd van de binnenkant van het ellebooggewricht. Het is ook mogelijk om een ingreep uit te voeren in de elleboog onder zicht via de scoop. Er kan dan worden gesproken van een “kijkoperatie”.
De kop is groot en de kom is ondiep. Daardoor is het schoudergewricht vatbaar voor instabiliteit. Op de rand van de ondiepe kom ligt het labrum (zie tekening). Dit is een rand van zacht weefsel die de kom dieper maakt en de vorm van een kopje geeft en zorgt ervoor dat de kom iets dieper en groter wordt. Zowel het kapsel, het labrum, de omliggende spieren als de coördinatie van de schouderkom zijn belangrijk voor de stabiliteit van de schouder. Het regelmatig uit de kom schieten van de schouder kan het schoudergewricht beschadigen.
Klachten en symptomen
Bij schouderinstabiliteit voelt de schouder als het ware los aan. U kunt pijn hebben bij gooibewegingen en de kop kan uit de kom schieten als u uw arm hoger dan uw schouder beweegt. Dit gebeurt vooral als deze beweging wat ongecontroleerd wordt uitgevoerd.
Oorzaken
Instabiliteit van de schouder kan ontstaan door:
- Een ongeluk, bijvoorbeeld een val (traumatische schouderinstabiliteit)
- Extreme lenigheid (hypermobiliteit)
- Een combinatie van deze twee
- In 80-90% van de gevallen gaat de schouder naar voren uit de kom.
Een schouderluxatie kan een beschadiging geven van:
- Het labrum – de stootrand om de kom van de schouder. Deze kan losscheuren.
- Het kapsel om het schoudergewricht. Hierin kan een scheurtje ontstaan.
- De gewrichtsbanden. Deze kunnen uitrekken of scheuren.
- De pezen. Deze kunnen scheuren (cuff-ruptuur).
- Het bot. Er kan een rand afbreken van de kom. Of er ontstaat een deuk in de kop als deze uit de kom schiet.
Diagnose
Een fysiotherapeut en orthopeed onderzoeken uw schouder vaak samen. Als het nodig is wordt er een röntgenfoto gemaakt en misschien een schouderecho, CT-scan of een MRI-scan met contrast.
Behandelingen
Is uw schouder helemaal uit de kom, dan wordt hij teruggeplaatst (reponeren). Vaak gebeurt dat op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis. Gaat uw schouder regelmatig bijna uit de kom – maar schiet hij weer terug – dan krijgt u eerst fysiotherapie. U krijgt oefeningen om de coördinatie te verbeteren en de spieren sterker te maken. Vaak verdwijnen de klachten daarmee. Dit geldt ook voor mensen die extreem lenige gewrichten hebben (laxiteit of hypermobiliteit).
Operatie
Als de behandeling zonder operatie niet helpt, kunt u geopereerd worden. Zo’n operatie heet een stabiliserende schouderoperatie. Dit gebeurt met een kijkoperatie (artroscopie) of een open operatie.
Een operatie heeft vooral zin bij mensen met een instabiele schouder na een ongeluk. Mensen die extreem lenig zijn (hyperlaxiteit of hypermobiliteit), hebben na een operatie grote kans op herhaling van de klachten. Voor hen is de spierkracht en de coördinatie van de spieren belangrijk. Fysiotherapie en sporten kan daarbij helpen.
Er zijn 2 manieren van opereren:
Via een kijkoperatie (artroscopie) kan de arts:
- Het afgescheurde labrum weer vastzetten. Daarmee blijft de kop beter in de kom. Deze operatie heet Bankart repair of artroscopische schouderstabilisatie.
- Het gewrichtskapsel inkorten. Het kapsel wordt wat strakker gemaakt. Dat maakt het schoudergewricht weer steviger. Deze operatie heet een cupsulair shift.
In een open operatie kan de orthopeed een stukje bot (botblok) weghalen van de voorkant van het schouderblad (processus coracoideus) met daaraan vast een pees. Hij of zij maakt dit met schroefjes vast aan de voorkant van de schouderkom. Dit zorgt voor extra stevigheid. De kop kan dan niet meer zo snel uit de kom schieten. Dit heet ook wel de Bristow of Latarjet-procedure. Beide operaties duren een tot anderhalf uur.