Een collumfractuur is een breuk in de dijbeenhals vlakbij het heupgewricht. Deze breuk wordt operatief behandeld met een kophalsprothese. Deze prothese bestaat uit een kop en steel van metaal. De steel wordt in de schacht van het dijbeen aangebracht.

Indicatiestelling
Wanneer een patiënt te oud is om de eigen heup te behouden of omdat de breuk dusdanig is verplaatst dat mag worden aangenomen dat de doorbloeding zeker is beschadigd, dient een prothese te worden geplaatst. Bij deze operatie worden dan de kop en de hals van het onderbeen vervangen: een zogenaamde kop-hals prothese (KHP). Deze wordt in de mergholte gefixeerd met cement.

De operatie
De anesthesist zal met u de verdovingsvorm bespreken, dit kan een ruggenprik (evt met een roesje) zijn of narcose (‘slapen’). U krijgt vlak voor de operatie antibiotica via een infuus om infecties te voorkomen. De operatie zelf duurt ongeveer een uur. Er zijn grofweg 2 methoden om de kophalsprothese te plaatsen; via de achterzijde of via de voorzijde. Beide methoden worden in Gelreziekenhuizen toegepast. Het belangrijkste is dat de operateur ruime ervaring heeft in het plaatsen van protheses via zijn/haar methode zodat de plaatsing nauwkeurig is. Uw operateur kan u vertellen over de verschillen tussen de twee methodes. Er wordt gebruik gemaakt van goede kwaliteit prothesemateriaal met een lange levensduur.

Verwachtingen
Na de operatie is er wondpijn, maar de meeste mensen ervaren dat de pijn van de gebroken heup snel weg is. Wel is er vaak veel bloeduitstorting (doordat het bot gebroken is). Het kost wat moeite om weer te gaan lopen, want de spieren geven pijn in de eerste dagen en weken. U loopt de eerste weken met krukken/hulpmiddleen en krijgt hierbij begeleiding van de fysiotherapeut.

Revalidatie
Oudere patiënten mogen na de operatie de heup direct volledig belasten. Zij zijn namelijk niet in staat de heup slechts gedeeltelijk te belasten. Langer in bed liggen leidt tot problemen als longontsteking, urineweginfecties en doorligplekken. De fysiotherapeut en geriater (arts die kwetsbare ouderen behandeld) komen direct na de operatie in actie om de patiënt op de been te helpen en problemen te behandelen. Ook kijkt de geriater samen met de patiënt en familie waar de patiënt het beste kan herstellen.

Zoals bij iedere operatie is er bij een kophalsprothese een kleine kans dat er een complicatie optreedt.

Algemene complicaties zijn:

  • nabloeding of bloeduitstorting. Dit komt vooral voor bij mensen die bloedverdunners gebruiken.
  • wondlekkage
  • trombose (stolsel in de bloedvaten). Om dit te voorkomen krijgt u 5 weken injecties met fraxiparine.
  • blaasontsteking
  • longontsteking

Specifieke complicaties:

  • infectie van de prothese met bacteriën. Dit kan in de eerste weken na operatie voorkomen, maar soms ook jaren later bij een bloedvergiftiging (bacteriën in de bloedbaan).
  • luxatie van de prothese, dat betekent uit de kom schieten
  • beenlengteverschil. Soms wordt het geopereerde been iets langer. Op 3 maanden na de operatie kan dit definitief beoordeeld worden.
  • zenuwbeschadiging. Uitval van een zenuw kan zorgen voor krachtsverlies in het been en een doof gevoel op de huid. Dit is meestal tijdelijk.
  • botbreuk, dit kan met name ontstaan bij het plaatsen van de steel van de prothese.
  • loslating van de prothese. Een prothese gaat gemiddeld 15-20 jaar mee. In sommige gevallen is er eerder sprake van slijtage of loslating.

Kunnen we u ergens
mee helpen?

Alle behandelmethoden

Meer weten