Een kijkoperatie van de heup kan uitgevoerd worden bij specifieke afwijkingen van de heup. Hierbij kunnen losse fragmenten, scheuren aan de kraakbeenring (labru) of vormafwijkingen van de heupkop en heupkom (FAI-syndroom) worden behandeld. Met name in het behandelen van het FAI-syndroom is het Gelre Ziekenhuis gespecialiseerd.
FAI-syndroom staat voor femoroacetabulaire impingement syndroom. Dat betekend inklemming van de heup. De inklemming ontstaat doordat in de groei de heupkop niet perfect rond is geworden, waarna erbij draaien en buigen van de heup een inklemming ontstaat in de heup die pijnklachten kan geven. De afwijkende vorm van de heupkop heet CAM morfologie. Een afwijkende vorm van de heupkom heet PINCER-morfologie. Als dit fenomeen van impingement langer bestaat kan er ook schade optreden van het kraakbeen ringetje in de heup (labrum) of van het kraakbeen ín het heupkommetje (chondrolabrale overgang) of op de kop. Op termijn kan dit zoveel schade opleveren dat er mogelijk slijtage van de heup ontstaat. Als aangetoond is dat er impingement van de heup is, kan het in sommige gevallen nodig zijn om met een kijkoperatie van de heup de vorm bij te werken, zodat deze weer mooi rond wordt. Ook kan eventuele schade aan het kraakbeenringetje verholpen worden door middel van hechten hiervan. De behandeling van de heup met een kijkoperatie is vooruitstrevend en hier wordt veel onderzoek naar gedaan. Kijk op www.heupscopie.nl voor meer informatie.
Indicatiestelling
De indicatie voor een kijkoperatie wordt door uw orthopedisch chirurg gesteld. Meestal wordt dit na een lichamelijk onderzoek en een aanvullend onderzoek gedaan. Aanvullende onderzoeken die nodig kunnen zijn, zijn röntgenfoto’s, een CT-scan of een MRI-scan met contrast in het gewricht. Door contrast in het gewricht te spuiten, kunnen veel details zoals kraakbeenschade of een scheur in het labrum worden gediagnostiseerd. Op röntgenfoto’s of CT-scans wordt met name gekeken naar de vormafwijking van de heupkop (CAM) of heupkom (PINCER).
De operatie
Cam/pincer verwijderen (teveel aan bot op heupkop of op het kommetje)
Als u inklemmingsklachten heeft van de heup, of als er een labrum letsel is, kan het zinvol zijn om een kijkoperatie van de heup te verrichten.
Een kijkoperatie van de heup is een behoorlijk invasieve ingreep. Dat wil zeggen dat de operatie tijd kost en het herstel na de operatie tijd vergt. Een kijkoperatie aan de heup is bijvoorbeeld veel zwaarder en het herstel duurt veel langer, dan bij een kijkoperatie van de knie. Dit komt doordat de heup een ander type gewricht is en er veel meer spieren en kapsel rondom de heup zitten. Om tijdens de operatie in de heup te kunnen kijken, moet deze tijdens de operatie een stukje uit de kom getrokken worden. Zo heeft de orthopedisch chirurg goed zicht tijdens de operatie, maar dit zorgt ook voor een periode van stijfheid en herstel voor u als patiënt ná de operatie.
Indien er een cam of een pincer morfologie (teveel aan bot op heupkop of op het kommetje) bij u is aangetoond, kan het nodig zijn om de cam of pincer met een operatie te verwijderen. Dit gebeurt als de orthopedisch chirurg heeft beoordeeld dat de inklemming van de heup niet geneest via een niet-operatieve manier.
Voor de operatie gaat u onder volledige narcose, met spierverslapping. Tijdens de operatie worden uw voeten in speciale beensteunen geplaatst, zodat de aangedane heup een stukje uit de kom getrokken kan worden. Nu kan de orthopedisch chirurg door twee kleine sneetjes, instrumenten inbrengen in de heup. Via één sneetje komt er een kijker in de heup en via de andere snee komen er werkinstrumenten naar binnen. Zo maakt hij ruimte in de heup, om de kop, de kom, het labrum en het kraakbeen van de kop en kom te kunnen beoordelen op letsel.
Indien er een duidelijk cam/pincer afwijking zit, zal de orthopedisch chirurg met een speciaal apparaat een stuk van het bot verwijderen. Tijdens de operatie kan de heup gebogen worden, om te beoordelen of de heup niet meer inklemt.
Labrum (kraakbeenring) letsel behandelen
Indien er tijdens de operatie een duidelijke afwijking van het labrum is, een scheur, kan de orthopedisch chirurg dit behandelen. Kleine scheurtjes kan hij bijwerken en schoonmaken. Een grote scheur kan worden gehecht. Daarvoor boort hij één of meerdere gaatjes in de rand van de heupkom, waarin een botanker wordt geplaatst met daaraan een hechting. Hieraan wordt het labrum vastgemaakt.
Kraakbeen schade behandelen
Als er kleine plekken met schade aan het kraakbeen op de heupkop of de heupkom gezien worden, met verder onbeschadigd kraakbeen daar omheen, dan is het mogelijk om deze kleine plekjes schoon te maken en gaatjes in het bot te boren. Vanuit deze kleine gaatjes komt er beenmerg omhoog, wat voor een klein littekentje zorgt op de plek waar geen kraakbeen meer zit. Dit kan alleen bij kleine plekken van schade van het kraakbeen, niet bij slijtage van al het kraakbeen in het algemeen.
Losse bot/kraakbeen deeltjes verwijderen
Indien de orthopedisch chirurg tijdens de operatie losse stukjes bot of kraakbeen ziet die rondzweven in het heupgewricht, kan dit een oorzaak zijn voor pijnklachten van de heup. Deze losse stukjes worden dan verwijderd uit de heup.
Verwachtingen
Voor de operatie bespreekt de orthopedisch chirurg de verwachtingen van de operatie met u. Hoe goed u kunt herstellen en hoeveel vermindering van de pijn u kunt verwachten. Met name is het van belang te realiseren dat er een lang herstel traject na de operatie nodig is. De meeste mensen hebben na een kijkoperatie van de heup ongeveer een half jaar tot een jaar nodig om te herstellen tot het uiteindelijke herstel.
Revalidatie
In de meeste gevallen mag u de dag van de operatie weer naar huis. U krijgt een afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen door de verpleegkundige. Deze afspraak is 2 weken na de operatie op de polikliniek Orthopedie. Tevens krijgt u een verwijzing mee voor fysiotherapie. U dient zelf een afspraak te maken bij een door u zelf uitgezochte fysiotherapeut. U komt 3 maanden na de operatie terug bij de orthopeed voor controle.
Fysiotherapie
Enkele uren na de operatie komt de fysiotherapeut bij u aan het bed om met u te oefenen om met de krukken te lopen. U leert lopen met krukken. Ook oefent u met traplopen. Bij ontslag krijgt u een verwijzing met schema mee voor de fysiotherapeut. In dit schema staan instructies om de belasting op te bouwen in de weken na de operatie.
Complicaties
Gelukkig treden na een heupscopie-operatie zelden complicaties op. Er zijn echter altijd risico’s verbonden aan een operatieve behandeling. Dit betreft algemene complicaties en complicaties die specifiek bij deze operatie horen.
Algemene complicaties bij een operatie
- Nabloeding in het operatiegebied
- Wondinfectie in het operatiegebied: dit is een vervelende complicatie. De kans hierop is echter erg klein.
- Trombose en longembolie: in het ziekenhuis en 2 weken daarna krijgt u injecties ter voorkoming van een trombose. Dit komt dan ook zelden voor na een kijkoperatie aan de heup.
Specifieke complicaties
- Doofheid aan de zijkant van het bovenbeen: door de rek en druk op het been tijdens de operatie, kan een kleine huidzenuw op het bovenbeen voor een doof gevoel zorgen. Dit trekt bijna in 100% van de gevallen weer vanzelf weg, maar kan wel lang duren.
- Doofheid in de schaamstreek of voetrug. Ook dit komt door de rek en druk op de zenuw. De schaamstreek kan enkele weken een doof gevoel geven, net als de voetrug. Dit gevoel komt bijna altijd weer helemaal terug.