Vanuit de orthopedie worden patiënten veelvuldig verwezen naar de fysiotherapeut. Dat kan om allerlei redenen zijn. Zo kan het nodig zijn na een operatie of breuk te herstellen met behulp van de fysiotherapeut. Ook zijn er veel aandoeningen die eerst met de fysiotherapeut behandeld kunnen worden, voordat een operatie zinvol is. Er zijn ook veel aandoeningen die niet door de orthopedisch chirurg verholpen kunnen worden met een operatie, maar juist door oefentherapie of behandelingen van de fysiotherapeut wél verholpen kunnen worden.
De verwijzing
Van uw orthopedisch chirurg of behandelend zaalarts krijgt u een verwijzing mee naar huis voor de fysiotherapeut. Deze verwijzing dient u af te geven aan de therapeut, zodat de therapeut weet wat er voor diagnose is gesteld en wat de vraagstelling van uw orthopedisch chirurg is aan de fysiotherapeut. Samen met uw therapeut stelt u een behandelplan op.
Verwachtingen
Het is goed om vooraf met uw fysiotherapeut uw eigen verwachtingen en doel te bespreken van de behandeling. Zo kunt u samen bekijken hoe dit doel te bereiken door de therapie.
Revalideren na een operatie
Er zijn vele soorten operaties waarna u geadviseerd wordt om met de fysiotherapeut te revalideren. Voorbeelden hiervan zijn een operatie aan de heup (totale heupprothese) of knie (totale knieprothese). En na een kijkoperatie van de heup krijgt u een speciaal schema mee waarbij u een heel uitgebreid oefenprogramma geadviseerd krijgt.
Maar er zijn ook bijvoorbeeld operaties waarna u eerst een gipsbehandeling krijgt (breuk aan de enkel, enkelband stabilisatie, pols operaties), waarna u ná het gips met de therapeut moet gaan oefenen op functie en kracht.
Revalideren na een behandeling met gips/brace
Veel behandelingen voor breuken/band letsels, worden gedaan met gips of een brace. Door dit gips kan de breuk goed genezen of de band goed herstellen. Hierdoor neemt alleen wel de kracht van de spieren af. Nadat het gips verwijderd is op de gipskamer kan het zinvol zijn om de kracht en stabiliteit van de spieren weer te gaan opbouwen met behulp van de fysiotherapeut.
Behandeling zonder operatie
Er zijn ook verschillende aandoeningen waar uw orthopedisch chirurg geen operatieve oplossing voor heeft of nog niet heeft. Zo zal u, als u last heeft van een gewricht waar nog niet veel/beginnende artrose in zit (https://www.thuisarts.nl/overzicht/keuzekaarten) verwezen worden naar de fysiotherapeut. Het doel is om met de behandeling van de fysiotherapeut minder last te krijgen van het aangedane gewricht. Er zijn ook aandoeningen waarbij de fysiotherapeut de enige zinvolle behandeling heeft en niet de orthopedisch chirurg, denk aan rug- en spierklachten. Na verwijzing van uw orthopedisch chirurg hoeft u dan ook niet terug te komen in het ziekenhuis.
Schouderpoli
Hier wordt u door een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in schoudertherapie geholpen. De schoudertherapie kan speciaal gericht zijn op beweeglijkheid, stabiliteit of kracht vergroting. Uw therapeut kan met u een specifiek trainingsschema opstellen.
Hand-pols
Operaties aan de hand en/of pols vergen een speciale aanpak. Na operaties aan de hand en pols kan er snel stijfheid ontstaan. Het is dan ook van belang dat u, zodra het mag van uw orthopedisch chirurg, direct met een hand fysiotherapeut aan de slag gaat met een trainingsschema. Vaak kan uw therapeut ook meehelpen om de littekens op de pols soepel en beweeglijk te houden.
Kinderen
Kinderen met aandoeningen van het bewegingsapparaat kunnen al op jonge leeftijd baat hebben bij een behandeling van de fysiotherapeut. Echter, kinderen behoeven wel een aparte aanpak, anders dan volwassenen. Hiervoor zijn speciale kinder-fysiotherapeuten opgeleid, om spelenderwijs een behandeling en oefenprogramma te voltooien.
Artrose
Artrose aan heupen, knieën en enkels is een veelvoorkomend probleem in de maatschappij. Beginnende artrose van een gewricht kan al veel pijnklachten geven, wat uw orthopedisch chirurg niet direct kan oplossen. Veel fysiotherapiepraktijken hebben hier speciale oefenprogramma’s voor ontwikkeld, om mensen met artrose te helpen. Hierin staat bewegen, oefenen op kracht en looppatroon, maar ook het verminderen van het lichaamsgewicht en omgaan met pijnklachten, centraal.