Een corticosteroïden injectie in een gewricht of peesschede kan poliklinisch gebeuren en gebeurt soms onder geleiding van een echo. Deze injectie kan nodig zijn ter behandeling van pijnklachten door een bekende oorzaak, zoals artrose in een gewricht of een peesontsteking of peesverdikking. Een enkele keer wordt de injectie gegeven om uit te zoeken of uw pijnklachten uit een bepaald gewricht komen, zoals bij heup- en rugpijn.
De behandeling
Corticosteroïden is een hormonaal medicament dat sterkt lijkt op het bijnierschorshormoon , dat ontstekingsremmend werkt. Door dit medicijn in te spuiten in een gewricht, ontstaat hier een pijnstillend effect van. Dit wordt bijvoorbeeld vaak verricht bij artrose in de knie of schouder. Ook helpt het ontstekingsremmende effect van het medicijn goed tegen peesontstekingen in de schouder of enkel.
De injectieplaats wordt door de arts goed ontsmet waarna u direct de prik krijgt. Vaak bestaat de prik uit twee medicijnen: naast het corticosteroïd namelijk ook een pijnstiller die direct werkt, maar ook weer uitwerkt na enkele uren. Het corticosteroïd werkt niet direct, maar pas na enkele dagen tot een week.
Verwachtingen
Het is goed om vooraf met uw arts uw eigen verwachtingen en doel te bespreken van de behandeling. Zo kunt u samen bekijken of dit doel te bereiken valt door de injectie.
U hoeft na de injectie geen rust te nemen, en mag direct alles weer doen. De verwachting is dat de klachten na enkele dagen tot weken verminderen of zelfs verdwijnen na de injectie. Mochten de klachten weer terugkomen, dan is het soms mogelijk om de injectie te herhalen, meestal niet binnen 3 maanden na de eerste injectie.
Er zijn bijwerkingen beschreven. Zo kan de huid waar de injectie gegeven is ontkleuren (depigmentatie), de huid kan dunner worden of warm worden, en kan in uitzonderlijke gevallen, opvliegers en het ontstaan van een infectie op de plaats van injectie. Bij mensen met suikerziekte, kan de suikerspiegel kortdurend ontregeld raken.
Veel voorkomende aandoeningen waar corticosteroïd injecties als behandeling worden gebruikt:
- Knie artrose
- Schouder artrose
- Peesletsel in de schouder
- Slijmbeursontstekingen knie, schouder, elleboog, heup
- Triggervingers
- Artrose in de handen/vingers
- Peesontsteking in de pols (Quervain)
- Peesontsteking in de enkel
- Artrose in de voet/enkel
- Carpale tunnel syndroom
Prothesiologie
Bij pijnklachten van een prothese wordt in principe nooit een injectie met corticosteroïden gegeven. Indien een operatie voor gewrichtsvervanging gepland staat, zoals een totale knie, schouder of heupprothese, mag er in principe niet een injectie gegeven worden binnen 6 maanden tot de operatie. Dit omdat er een klein verhoogd risico is op een infectie, door de injectie.