Bandreconstructie elleboog
Bij een bandletsel van de elleboog wordt er, afhankelijk van de ernst van het letsel en de tijd die er verstreken is sinds het trauma, gekozen voor een reconstructie met een eigen pees of een versterkende band (internal brace)
Indicatiestelling
De meest voorkomende reden voor een bandreconstructie is een bandletsel na een val, waarbij de elleboog uit de kom is geweest. Er zijn ook chonische bandletsels (bijvoorbeeld binnenbandletsels van pitchers bij honkbal).
De operatie
Deze operatie vindt plaats in dagbehandeling. Verdoving kan geschieden door een okselprik (regionale anesthesie) maar ook door een narcose (algehele anesthesie).
Bij een peesreconstructie worden er boortunnels gemaakt waar de pees doorheen gehaald wordt.
Bij een internal brace reconstructie wordt de oude band strakker gezet en hier overheen wordt de internal brace aangebracht om deze goed strak te houden.
Verwachtingen/ Revalidatie
De operatie vindt plaats in dagbehandeling, dit betekent dat u dezelfde dag weer naar huis kunt.
Na de operatie heeft u een gips om de arm gekregen. Dit is meestal gedurende 2 weken, hierna kunt u samen met de fysiotherapeut starten met voorzichtig oefenen. De eerste 6 weken mag de arm niet belast worden.
U kunt na de operatie niet autorijden of fietsen. Dit totdat de pijn minder is en u goede controle over de arm heeft en deelnemen aan het verkeer weer verantwoord is.
Het totale herstel duurt 4-8 maanden.
Complicaties
Deze zijn bij deze ingreep zeldzaam. Het kan voorkomen dat de zenuw aan de binnenzijde van uw arm (de nervus ulnaris) beschadigd raakt. Dit geeft klachten in de motoriek van de hand en geeft verminderd gevoel bij de pink en ringvinger. Meestal trekt dit na verloop van tijd weer bij, echter helaas niet in alle gevallen.
Een heel enkele keer treedt er een nabloeding of een ontsteking op. Soms kan er (blijvende) stijfheid optreden in de elleboog.
Na de operatie kan de hand zwellen, of dat gebeurt is niet goed te voorspellen. Ter voorkoming daarvan is het van groot belang dat u de hand niet laat hangen en dat u de vingers en uw pols zo snel mogelijk weer gewoon beweegt.
